Amsterdam,
12
januari
2022
|
13:10
Europe/Amsterdam

Meerderjarige, inwonende kinderen krijgen bij Vesteda huurbescherming na overlijden ouders

Vesteda biedt meerderjarige, inwonende kinderen de mogelijkheid om de bestaande huurovereenkomst van hun overleden ouder(s) zonder wijzigingen voort te zetten. Hieraan zijn slechts twee voorwaarden verbonden: deze kinderen hebben al meerdere jaren hun hoofdverblijf in de woning en ze beschikken over voldoende financiële middelen. Uiteraard moeten zij ook over een huisvestingsvergunning beschikken, als dit door de gemeente wordt vereist.

Wetsvoorstel huurbescherming meerderjarige, inwonende kinderen

Er is terecht veel (politieke) aandacht voor meerderjarige kinderen die nog bij hun ouders inwonen en die hun ouderlijke woning moeten verlaten, nadat een of beide ouders zijn overleden. Naar aanleiding van een aantal schrijnende voorbeelden werd op 23 december 2021 door Tweede Kamerleden Koerhuis (VVD), Van der Plas (BBB) en Grinwis (CU) een wetsvoorstel ingediend. Meerderjarige, inwonende kinderen zouden, na het overlijden van hun ouder(s), de ouderlijke huurwoning niet meer binnen twee maanden hoeven te verlaten. Het voorstel geeft woningcorporaties de mogelijkheid om achterblijvende, meerderjarige kinderen een tijdelijk huurcontract aan te bieden. Het wetsvoorstel richt zich alleen op corporatiewoningen en niet op huurwoningen in de vrije sector. Echter, Vesteda biedt meerderjarige, inwonende kinderen nu al de mogelijkheid om de bestaande huurovereenkomst van hun overleden ouder(s) over te nemen, zonder dat op dat moment de voorwaarden wijzigen of de huurprijs wordt verhoogd.

Maatwerkoplossing

Uiteraard wordt er naar een maatwerkoplossing gezocht als meerderjarige, inwonende kinderen de huurprijs van hun ouderlijke woning niet kunnen betalen. Zo’n maatwerkoplossing verschilt van geval tot geval, maar kan bijvoorbeeld bestaan uit het aanbieden van een andere, betaalbare woning.

Wettelijk kader 

Meerderjarige, inwonende kinderen kunnen na het overlijden van hun ouder(s) in een lastige situatie terechtkomen. Zij kunnen het huurcontract van hun ouders namelijk niet ‘erven’. Inwonende kinderen staan vrijwel nooit vermeld op de huurovereenkomst van hun ouder(s), omdat er in de meeste gevallen geen sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Dit is een van de wettelijke vereisten om een verzoek tot medehuurderschap te kunnen doen. Om die reden moeten inwonende kinderen ‘van rechtswege’ binnen twee maanden na het overlijden van hun ouders de woning verlaten. Ze kunnen weliswaar via de rechter, binnen een termijn van zes maanden, een verzoek indienen om de huurovereenkomst voort te zetten, maar dit wordt alleen toegekend als de woning hun hoofdverblijf is, ze voldoende financiële waarborgen hebben én er sprake was van een duurzame, gemeenschappelijke huishouding met hun overleden ouder(s). Dit laatste is bij Vesteda dus niet vereist.